Een hond en een kat

Het verhaal in dit prentenboek kent slechts twee hoofdrolspelers, een hond en een kat die in hetzelfde huis wonen. Ze hebben dag in, dag uit hooglopende ruzie om van alles en nog wat, maar vooral om hun speeltjes, een stoffen muis en een bal.
Op een dag, als de muis in het water en de bal in een boom belandt, hebben ze elkaar toch nodig. De kat kan namelijk klimmen en de hond kan zwemmen. Zo leren ze om oog te hebben voor elkaars kwaliteiten en met elkaar in vrede te leven.
De grote illustraties in blauw en oranjebruin tonen beeldend de ruzies, maar ook de uiteindelijke verzoening.
Door de zeer summiere tekst van 171 woorden, het grote lettertype, de zeer eenvoudige thematiek en de heldere illustraties is dit boek geschikt voor jonge kinderen vanaf ca. 3 jaar, ook als ze in een wat grotere groep de presentatie van dit boek bijwonen.

Auteur: B. Kolar & C. Masurel.