Ragdoll

HERKOMST. De Ragdoll is een Californische creatie. Het ras is ontstaan uit de kruising van een witte Angora poes en een Sealpoint Heilige Birmaan. Het is niet helemaal duidelijk of ook andere rassen invloed hebben gehad.
VACHT. Half lang, dicht, zacht, zijdeachtig, glanzend, met een volle kraag; korter op het gezicht. Ragdolls bestaan in drie duidelijke patronen: Bi-Colour, Mitted en Colourpoint. Nogal gemakkelijke vacht, wekelijks kammen.
KLEUR. Er zijn 6 kleuren: Seal, Blue, Red, Chocolate, Cream en Lilac.
De Colourpoint heeft geen wit.
De Mitted heeft witte sokjes bij de voorpoten, witte laarsje aan de achterpoten en een witte kin.
De Bi-Colour heeft het meeste wit en de aftekening van een omgekeerde V in het gezicht, deze V is wit van kleur. Ook de poten zijn wit.
Kleur van de ogen: helder, stralend eenkleurig diepblauw.
GEDRAG. Vriendelijk. Redelijk rustig. Goed met kinderen. Goed met andere dieren. Is graag bij je in de buurt. Sommige Ragdolls zijn erg goed in het apporteren van een balletje.
OVERIG. De grappige naam ‘Ragdoll’ betekent ‘lappenpop’, omdat de eerste katten van dit ras bijzonder ontspannen waren.

Een korte uitleg over het gebruik van de volgende woorden bij GEDRAG:
redelijk, nogal, erg.

Redelijk betekent in dit geval: gemiddeld.
Bijvoorbeeld: Redelijk met kinderen wil zeggen dat de kat geen problemen geeft met kinderen, maar dat je toch wel moet uitkijken met kinderen.
Nogal rustig wil dus zeggen dat de kat meer dan gemiddeld rustig is.
Erg onafhankelijk spreekt voor zichzelf.

 

Uitgebreide beschrijving

De Ragdoll is rond 1965 ontstaan in Amerika. Daar leefde Ann Baker, een kattenfokster in hart en nieren. Ann’s buren hadden een witte Angora Pers met de welluidende naam Josephine. Deze Josephine kreeg regelmatig kittens waar niets bijzonders aan te zien was. Volgens de overlevering werd Josephine op een kwade dag aangereden, raakte behoorlijk gewond maar ze overleefde dit ongeluk wel. Nadat zij helemaal weer opgeknapt was mocht zij weer naar buiten waarna zij werd gedekt. De kittens die uit deze combinatie geboren werden waren allemaal heel sociaal en aanhankelijk. Dit viel Ann Baker op en ze besloot om met deze kittens te gaan fokken.

Door een goede selectie van katers en poezen, waaronder de Burmees en de Siamees, en door een aantal terug kruisingen, ontstond het kitten dat Ann voor ogen had. Ze vroeg patent aan op “haar” ras en noemde het Ragdoll, hetgeen lappenpop betekent.
Ann gaf haar katten deze naam omdat ze de eigenschap hadden om zich helemaal slap te houden wanneer ze werden opgetild.

Ragdolls zijn halflangharige, pointed katten met een zijdezachte vacht die niet klit. Ze hebben een zomer- en een wintervacht.

Ragdolls zijn er in de kleuren seal, blue, red, cream, lilac en chocolate en in de aftekening colourpoint, mitted (met handschoenen) en de bicolour. Tegenwoordig zien we bij Ragdolls ook het lynx (oftewel de tabby), tortie en torbie steeds vaker.
De kittens worden spierwit geboren en het kleuren begint na een paar dagen. Pas na drie jaar zijn ze uitgekleurd en uitgegroeid. Ragdoll katers kunnen dan tussen de acht en tien kilo wegen, poezen zijn gemiddeld twee à drie kilo lichter.

Ragdolls hebben altijd blauwe ogen.

Ze zijn erg op mensen gericht en bijzonder sociaal. Mits goed gesocialiseerd zullen ze niet gauw ergens van onder de indruk zijn. Komt er visite? Gegarandeerd dat de Ragdoll direct op schoot duikt. Gaat mens naar het toilet? Dan gaat Ragdoll wel mee! Met een Ragdoll in huis ben je nooit alleen. Het is ook een nieuwsgierig ras. Iedere tas wordt zorgvuldig op inhoud gecontroleerd, ieder kastje dat open gaat bevat binnen een seconde een Ragdoll koppie.

Ragdolls staan te boek als zouden ze pijnongevoelig zijn. Dat is niet waar. Ragdolls voelen wel degelijk pijn al zullen ze niet gauw hun nagels in (bijvoorbeeld) een kinderhandje slaan dat aan hun staart hangt. Eerder gaan ze het kind uit de weg. Ze staan ook bekend om het feit dat ze niet vechten. Dat komt niet omdat het zulke geweldige helden zijn! Integendeel zelfs.

Een Ragdoll kunt je beter niet naar buiten laten. Ten eerste het feit dat ze zoveel vertrouwen in hun mens hebben, (ze stapt wel over mij heen met die grote wasmand) auto’s stoppen niet altijd. Ten tweede het feit dat ze gewoon met degene meegaan die aardig tegen ze is!

Ragdolls hebben, hoewel ze dus best groot worden, niet veel leefruimte nodig. Ze hebben genoeg aan een tweekamer woning. Er zijn mensen bekend die hun Ragdoll elk weekend meenemen naar hun vakantiehuisje of op een vaartochtje met de boot. Ze blijven hun hele leven speels, pingpong balletjes zijn enorme vijanden, propjes papier of stoffen muisjes kunnen geapporteerd worden. De Ragdoll wordt ook wel de hond onder de katten genoemd.

Bij veel Ragdolls is de druppel siamees bloed duidelijk te merken, ze kletsen je de oren van het hoofd.

De Ragdoll is extra gevoelig op nieren. Ook komt de erfelijke aandoening HCM (hartfalen) wel eens voor. 
Ook PKD (cystes op de nieren) kan voorkomen.
Daarom is het belangrijk je Ragdoll regelmatig te laten testen via een echo en/of DNA.

Als je een kat koopt, is het verstandig bestaande onderzoeken en rapporten op te vragen. Deze informatie is zeer belangrijk als je een gezonde kat wilt hebben. 

Rasstandaard Ragdoll.

De Ragdoll is een grote halflanghaar-kat die het Himalaya-patroon vertoont, al dan niet met wit. Hij is pas na ongeveer 3 jaar volledig uitgegroeid.

KOP
De kop heeft een brede wigvorm met een afgeronde snuit, ronde stevige kin en volle wangen die de lijn van de wig niet verstoren. Door de beharing oogt het schedeldak vlak.
Het profiel vertoont een rechte neuslijn, een zeer lichte glooiing bij de neusbrug en een rond voorhoofd. Stevige kin.

OREN
Wijd geplaatste middelgrote oren met afgeronde toppen, iets naar voren wijzend.
Redelijk behaard. De oren zetten de lijn van de wig voort.

OGEN
Grote ovale ogen, iets schuin geplaatst.
Kleur van de ogen: helder, stralend eenkleurig diepblauw; bij verdunde kleuren iets lichtere oogkleur toegestaan.

NEK
Korte stevige nek.

LIJF, POTEN, VOETEN
Lang groot, gespierd breed lichaam met goed ontwikkelde brede, diepe borst. Goed gespierde stevige middellange poten.
De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Grote, ronde voeten met pluimpjes tussen de tenen.

STAART
Lange dicht behaarde staart, iets toelopend.
De staart wordt iets hoger dan de ruglijn gedragen.

VACHTSTRUCTUUR
Halflange zijdeachtige dicht ingeplante vacht met ondervacht die niet wollig is, waardoor de vacht niet klit. Flinke kraag wenselijk beginnend bij de oren.
De vacht is kort op de schouders en wordt naar achteren toe langer. Haarplukjes tussen de tenen.

AFTEKENING
Alle Ragdolls hebben de Siamese aftekening. De points zijn duidelijk afgetekend, hebben dezelfde tint en vormen een scherp contrast met het lichaam, wat iets schaduwing mag vertonen. Bij oudere katten is een iets donkerder kleur op het lichaam toegestaan, maar er is nog duidelijk verschil met de points waarneembaar.
Colourpoint: Siamezenpoints.
Mitted: Points met wit.
De kin, borst en de onderkant van de buik is wit tot de staart.
Voorpoten: De witte handschoenen zijn op beide poten bij voorkeur symmetrisch.
Achterpoten: De witte laarsjes komen niet hoger dan het dijbeen, dit wit omsluit de hele poot.
De kin is wit, een smalle witte bles op de neus is toegestaan, maar niet op het neusleer.
Bi-colour: Points met bi-colour aftekening.
Het masker heeft een omgekeerde V, die op het voorhoofd begint en naar beneden loopt en de neus, de snorhaarkussen en de kin bedekt. Deze V is bij voorkeur symmetrisch en komt niet voorbij de buitenste ooghoeken. Het neusleer is roze. De borst en onderzijde buik zijn wit. Het wit op de voorpoten reikt ten minste tot de ellenboog en op de achterpoten tot voorbij de hiel. Het lichaam mag bi-colour zijn.

Kleurslagen

Puntentelling
Kop, oren, oogvorm 35
Lichaam, poten, voeten en staart 35
Nek 5
Kleur/aftekening 15
Vachtstructuur/lengte 10
Totaal 100