Ga naar de inhoud

Vogelvrije vogels?

Corneille. Kat en vogel.

Corneille: Kat en vogel.

Niet gesteriliseerde of gedumpte huiskatten in een stedelijke omgeving kunnen indirect wel bijdragen aan de uitbreiding van de populatie zwerfkatten in Nederland. Schattingen van het aantal prooien dat in Nederland door katten wordt gedood lopen sterk uiteen, met uitersten van 58 miljoen tot 861 miljoen, waarvan het aandeel vogels rond een derde wordt geschat. Hoewel de exacte ecologische impact lastig in kaart te brengen is, wordt er op basis van deze schattingen veel debat gevoerd over maatregelen om de predatiedruk (het vangen, doden en opeten door een ander dier) van katten op vogelpopulaties te verminderen of te voorkomen. Dit betekent dat er moeilijke ethische en politieke keuzes gemaakt moeten worden binnen een context van onzekerheid. In dit debat zien we verschillende mogelijkheden om met de door katten veroorzaakte predatiedruk om te gaan. Veelgenoemde oplossingen zijn het verplicht binnenhouden van huiskatten en het inperken van de zwerfkattenpopulatie. Dat het geen gemakkelijke opgave zal zijn om eigenaren te verplichten hun kat binnen te houden, of politiek draagvlak te creëren voor het beheren van zwerfkattenpopulaties, blijkt uit het verhitte publieke debat hierover. Dit debat gaat gepaard met verwijten richting kattenliefhebbers dat ze wetenschappelijke feiten ontkennen, en zelfs doodsverwensingen aan het adres van kattenonderzoekers die resultaten over schade publiceren. Toch is deze discussie genuanceerder dan het plaatsen van natuurliefhebbers aan de ene kant en kattenliefhebbers aan de andere. Om het brede scala van ethische dimensies te overwegen, is het zinvol te kijken naar de ethische implicaties van twee voorgestelde oplossingsrichtingen.

Gezien de ecologische impact die de kat kan hebben en het wijdverbreid voorkomen van de soort, kan het vrij buiten laten lopen van katten de afgelopen jaren op steeds meer kritiek rekenen. In Nederland werd het publieke debat hierover aangezwengeld in 2019, toen twee rechtswetenschappers, Arie Trouwborst en Han Somsen, het Europese natuurbeschermingsrecht onder de loep namen. Zij concludeerden dat het los laten lopen van katten onrechtmatig is, en dat overheden verplicht zijn om zwerfkatten en verwilderde katten te beheren of te verwijderen wanneer ze een bedreiging vormen voor beschermde soorten of Natura 2000-gebieden (Trouwborst & Somsen, 2019). De kat wordt door veel natuur- en vogelliefhebbers gezien als een onnatuurlijke indringer in kwetsbare ecosystemen, en als gevaar voor het voortbestaan van verschillende vogelsoorten.
In hoeverre de kat in Nederland vogelsoorten met uitsterven bedreigt, is moeilijk vast te stellen. Concrete voorbeelden van het effect van verwilderde katten op de inheemse fauna komen dan ook voornamelijk uit buitenlands onderzoek. In Nederland is de kat tot op heden nog niet als hoofdverantwoordelijke aangewezen voor het uitsterven van diersoorten, maar voor kleine en kwetsbare populaties kan de kat een groot probleem vormen, zeker in het broedseizoen. Dergelijke populaties zijn in Nederland te vinden op de Waddeneilanden en in verschillende natuurgebieden. De meeste katten leven echter binnen de bebouwde kom en komen daarmee niet snel direct in aanraking met kwetsbare vogelpopulaties.

Om de predatiedruk op vogelpopulaties te verlichten, kan ervoor worden gekozen om huiskatten (verplicht) binnen te houden. Veel katteneigenaren zijn tegen het helemaal binnenhouden van katten, omdat ze dan de mogelijkheid wordt ontnomen om hun natuurlijke gedrag te uiten en dit het welzijn van de kat teveel inperkt. Andere vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals een avondklok, het laten dragen van een belletje, of de kat aanlijnen, zijn vaak onpraktisch of brengen alsnog niet dezelfde welzijnsvoordelen die het buitenleven zou brengen voor katten. Zo weet menig katteneigenaar dat veel katten geen plezier wordt gedaan met een wandeling aan de lijn.
Uit onderzoek dat is uitgevoerd in Nieuw-Zeeland blijkt dat, rekening houdend met wat katteneigenaren bereid zijn te doen, de meeste winst valt te behalen door katten ’s nachts zoveel mogelijk binnen te houden (Linklater et al., 2019). Maar ook bij deze maatregel moet opgemerkt worden dat niet elke kat zich graag aan een avondklok houdt.
Naast de voorkeuren van de eigenaar, is wat bijdraagt aan het welzijn van een kat altijd subjectief en in grote mate afhankelijk van de leefomgeving en het karakter van de individuele kat. Niet alle katten zullen naar buiten willen, terwijl andere katten doodongelukkig worden achter een gesloten deur. Tegelijkertijd zal een talentvolle jager nabij
een natuurgebied meer slachtoffers maken dan een huiskat die af en toe een ommetje maakt in eigen tuin. Hoe verschillende ethische afwegingen gemaakt moeten worden, kan daarom ook afhangen van de individuele kat.

Dat de kat op de grens van gedomesticeerd en wild balanceert is ook een overweging die vaak meegenomen wordt in de beslissing de kat vrij buiten te laten lopen.
Vrij bewegen en jagen worden in het algemeen gezien als uitingen van natuurlijk gedrag. Volgens veel ecologen is er echter niets natuurlijk aan de aanwezigheid van de kat in de Nederlandse natuur. Hoewel een forse huiskat veel weg heef van een Europese wilde kat, is de kat die nu wordt gehouden als huiskat een afstammeling van de Afrikaanse wilde kat.
De huiskat is inmiddels dusdanig veranderd dat over het algemeen wordt aangenomen dat deze geen natuurlijk verspreidingsgebied heeft, en volgens veel definities als exoot moet worden gekenmerkt. Ondanks deze veranderingen is de kat niet zo volledig gedomesticeerd als de hond, wat betekent dat hij minder aangepast is aan mensen. Dit roept vragen op over hoe natuurlijk gedrag relateert aan de natuurlijkheid van katten in Nederlandse ecosystemen en over welke verantwoordelijkheden wij dragen voor de impact van deze deels gedomesticeerde soort.

Naast het binnenhouden van huiskatten is een andere veelgenoemde oplossing voor de predatiedruk het beheren van de populatie verwilderde katten in Nederland. Vaak wordt het afschieten van verwilderde katten gezien als meest efficiënte manier om deze populatie in te perken. Sterilisatieprogramma’s kosten namelijk veel tijd en geld, de afname van de populatie gaat geleidelijk en deze afname blijkt niet altijd duurzaam.
Maar jacht op katten kan op veel kritiek rekenen van dierenrechtenactivisten en is in Nederland inmiddels alleen in Friesland nog toegestaan, onder strenge voorwaarden.
Ook vanuit dierenwelzijnsperspectief is het echter niet eenduidig te stellen dat de kat bescherming zou moeten krijgen. De belangen van zowel individuele katten als individuele vogels moeten hier worden meegenomen, wat een afweging lastig maakt.
Daarnaast hebben we te maken met verschillende groepen katten: binnenkatten, huiskatten die buiten komen, en verwilderde zwerfkatten. Hoewel verwilderde katten geen onderdeel uitmaken van de groep dieren die we “huisdieren” noemen, behoren ze wel tot dezelfde soort. Hierdoor worden zwerfkatten in de praktijk vaak niet volledig als wilde dieren gezien. Of het wenselijk is om twee groepen dieren van dezelfde soort op basis van hun status als gedomesticeerd of wild te onderscheiden is nog maar de vraag, maar dit punt laat zien dat het debat verder gaat dan kat versus natuur, of kat versus vogel. Ook kan het maken van onderscheid tussen gedomesticeerd en wild relevant zijn voor het bepalen waar onze verantwoordelijkheid ligt.

De vraag welke verantwoordelijkheid de mens draagt voor het handelen van roofdieren is ook terug te vinden in discussie over het ‘predator probleem’. Dit probleem suggereert dat, wanneer we dierenleed willen voorkomen, we ook de morele verplichting hebben om prooidieren tegen roofdieren te beschermen. Veel dierethici verwerpen dit
idee op verschillende gronden, maar in deze context is het argument dat roofdieren geen moral agents zijn (Regan, 1984) het meest relevant. Aangezien roofdieren niet in staat zijn om te reflecteren op hun handelen, en dus niet kunnen kiezen niet te jagen, kunnen we ze ook niet verantwoordelijk houden voor het leed dat ze veroorzaken. Milburn (2015) betoogt echter dat dit argument misschien geldt voor een wilde kat, maar niet wanneer het dier
onder de zorg van mensen staat. In dat geval kan, in ieder geval tot op zekere hoogte, de mens moreel verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van prooidieren.
Tenslotte is ook de maatschappelijke context belangrijk. De kat heeft een speciale status in onze maatschappij, met bepaalde rechten en vrijheden. We gaan sociale relaties aan met katten, de kat speelt een rol in de klassieke en hedendaagse cultuur, en de kat wordt vaak ingezet als nutsdier in de rol van ongediertebestrijder. Tegelijkertijd kan
de kat ook voor overlast zorgen. Zo kan het vervelend zijn als de kat van de buren zijn behoefte doet in je tuin, en kunnen katten ook ziektes overbrengen, zoals toxoplasmose en de “kattenkrabziekte”. Aan deze ethische en maatschappelijke dimensies wordt vaak voorbijgegaan wanneer mogelijke problemen en oplossingen worden besproken.
Een scala aan ethische en maatschappelijke dimensies kan dus een rol spelen, waar het huidige gepolariseerde debat vaak aan voorbij gaat. Er worden vooral argumenten gebruikt voor of tegen het houden en buiten laten lopen van katten op basis van grove inschattingen van predatiecijfers. Deze interpretatie van cijfers gaat echter voorbij aan belangrijke onderliggende assumpties (aannames, veronderstellingen) in het debat. Afhankelijk van onze uitgangspositie en prioritering van waarden zijn er ook oplossingen te bedenken die de impact van de kat in Nederland kunnen verminderen, zonder het welzijn van de kat al te veel te beïnvloeden. Welke maatregelen hiervoor geschikt zijn, is afhankelijk van onze gezamenlijke doelstellingen. Als we willen dat er zo min mogelijk vogels gedood worden, moet de vrijheid van de kat zoveel mogelijk worden ingeperkt. Maar als onze focus vooral ligt op ecologische schade en kwetsbare populaties kan ook gedacht worden aan meer lokale maatregelen, en is elke maatregel die predatiedruk vermindert een stap in de juiste richting. In beide gevallen is het van belang katteneigenaren bewuster te maken van de ecologische schade die hun katten kunnen aanrichten, en zullen we gezamenlijk moeten nadenken over welke doelen we nastrevenswaardig achten.

Je kunt je eigen mening hieronder bij “Geef een reactie” laten weten.

 
Naar De Arend Naar DEKBED Discounter
Naar Koopjedeal Naar WoonQ
Naar De kattenspeelgoed specialist Naar vergelijking Kattenverzekering

         

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.